Hoogtepunten NVFB voorjaarscongres

30/03/2016

Op 11 maart 2016 vierde de NVFB haar 35-jarig jubileum. Het programma was goed opgezet en er waren interessante sprekers. Ben je benieuwd naar de hoogtepunten van deze dag? Hieronder het verslag van de verschillende sprekers.

Chantal is professor aan de universiteit van Montreal, Canada, en met haar laboratorium verricht ze onderzoek naar urineverlies bij ouderen.

Tijdens het NVFB-congres vertelde ze over de onderzoeken die ze gedaan heeft met haar lab. Een van de studies was een onderzoek naar ouderen die moeite hebben met ‘dubble tasking’, bijvoorbeeld naar de wc lopen en tegelijkertijd de bekkenbodemspieren aanspannen.

24 ouderen met mixed urine incontinentie (MUI) kregen Pelvic Floor Muscle Therapy (PFMT) gecombineerd met lopen, balans en cognitieve training (double tasking). De deelnemers moesten bijvoorbeeld met volle blaas de 2-back test doen en Virtual Reality Rehabilitation (VRR) oefeningen op een dansmat (stap opzij, naar voren of naar achteren soms gecombineerd met het aanspannen van de bekkenbodem).

Na afloop zeiden alle deelnemers unaniem dat deze training meer op het echte leven lijkt dan de conventionele therapie. Daarnaast waren de symptomen van MUI afgenomen en was de kracht van de bekkenbodemspieren toegenomen. De eerste voorzichtige conclusie was dan ook dat multitasking PFMT door middel van VRR effectief is bij ouderen.

Chantal zal dit verder gaan onderzoeken met 364 oudere vrouwen met urineverlies. De MAPLe gaat hier wellicht ook een rol in spelen. 

Wist u dat functioneel trainen heel goed kan met de MAPLe? Voor meer informatie, klik hier.

Jenneke Kalkdijk
Jenneke is master bekkenfysiotherapeut en gespecialiseerd in colorectale problematiek. Ze is in opleiding voor epidemioloog en bezig met een PhD-traject (onderzoeksteam van het Anorectaal Functie Centrum van het UMCG).

Haar lezing ging over de relatie tussen hemorroïden en functionele constipatie. Tot op heden wordt aangenomen dat er een relatie is tussen functionele constipatie en hemorroïden maar is die ook causaal? 

Allereerst is er het probleem van terminologie. In vele studies worden verschillende termen gebruikt zoals functionele constipatie, constipatie, anismus, obstructed defecation en dyssynergic defecation. De Rome III criteria geven duidelijk aan dat de term en criteria van functionele constipatie goed is en dat bij dyssynerge defecatie de criteria van functionele constipatie gelden met daarnaast een aantoonbare dyssynergie (EMG, anale manometrie, defecogram of MRI).

In haar review (267 studies) heeft zij naast epidemiologische studies (n=11) ook anale manometrische studies (n=12) geïncludeerd. Hieruit bleek dat de prevalentie van hemorroïden significant groter is onder geconstipeerde patiënten in vergelijking met een gezonde controlegroep en dat constipatie significant vaker voorkomt bij patiënten met symptomatische hemorroïden in vergelijking met een gezonde controlegroep. Tevens was er sprake van significant verhoogde rustdrukken en maximale contractiekracht bij patiënten met symptomatische hemorroïden in vergelijking met de controlegroep.

Er mag aangenomen worden dat er een relatie bestaat tussen functionele constipatie en hemorroïden maar of deze causaal is blijft onduidelijk.

Uit haar Proctostudie onder patiënten met symptomatische hemorroïden (n=71) waarbij zij m.b.v. vragenlijsten, anaal functieonderzoek, anale manometrie en proctoscopie onderzocht heeft of er sprake is van functionele constipatie blijkt:

Kanttekening hierbij was dat er geen controlegroep was en dat er gemeten is met anale manometrie en EMG m.b.v. Myomed en Anuform.

Bij de oudere categorie anale manometrie en met de Anuform kan geen onderscheid gemaakt worden tussen sfincter en puborectalis. Dit is van essentieel belang daar deze twee spiergroepen geïnnerveerd worden door verschillende zenuwen. Vaak is er sprake van een slechtere functie van het sfinctercomplex enerzijds door schade door partus en anderzijds door een slechter functioneren van de n. pudendus (verminderde n. pudendus latentietijd tot compleet uitvallen van deze zenuw). Op grond hiervan kan er een compensatiegedrag van de m. puborectalis die overactief kan zijn. Ook is het mogelijk dat het autonome deel van de externe sfincter hoger in het anale kanaal in een continu verhoogde spanning verblijft.

Dit is meetbaar met de MAPLe en met de nieuwe generatie anale manometrie. Voor de keuze van therapie is dat van groot belang.

Concluderend is dat er meer goed onderzoek (RCT)verricht moet worden en dat er op een juiste wijze diagnostiek moet worden verricht. De bekkenfysiotherapeut moet bij anorectale problematiek altijd de samenwerking opzoeken met de proctoloog en/of chirurg.

Wist u dat de MAPLe het enige systeem is dat de activiteit van de externe anale sfincter kan meten en deze spier ook gericht kan behandelen met elektrostimulatie? Voor meer informatie, klik hier.

Annelies Pool
Annelies is universitair docent en wetenschapper. Ze is onder andere werkzaam bij het onderzoeksinstituut MOVE, een samenwerkingsverband tussen de Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit, het VU Medisch Centrum en ACTA.

Tijdens het NVFB-congres presenteerde zij de nieuwste inzichten in peri partum bekkenpijn.

In de hedendaagse literatuur is het duidelijk dat het begrip instabiliteit een bredere invulling krijgt dan het op tijd kunnen verstijven van een gewricht, zodat een goede krachtsoverdracht plaatsvindt. Dit wordt statische stabiliteit genoemd. Inmiddels wordt statische stabiliteit gekoppeld aan dynamische stabiliteit waar het gaat om souplesse en veerkracht. Het sensomotorisch systeem heeft een grote invloed op deze motorische controle. Deze nieuwste inzichten zijn eveneens relevant voor de subgroep van peripartum bekkenpijn patiënten. (programma NVFB voorjaarscongres, 2016)

In Nederland is de prevalentie van peripartum bekkenpijn hoog en een grote groep blijft postpartum klachten houden zoals chronische rugpijn (8%).

Het theoretische verklaringsmodel van peripartum bekkenpijn is: “het verlies van feedforward mechanisme leidt tot instabiliteit.” Maar dit blijkt tekort te schieten.

Zo is inmiddels duidelijk dat de feedforward response alleen voorafgaat aan een enkele beweging, maar als de beweging blijft voortduren dan is er geen sprake van feedforward.

Ook is in recente studie vastgesteld dat er geen vaste patronen zijn van feedforward. Er was sprake van variatie tussen de proefpersonen.

Hiermee staat het model van “eerste aanspanning van de lokale spieren, daarna aanspanning van globale spieren” op losse schroeven!

De huidige oefentherapie is met name gericht op stabiliteit en komt dus ter discussie te staan. Want is het creëren van statische stijfheid wel wenselijk? De nodige veerkracht en souplesse verdwijnen hiermee.

Conclusie was dat de oefentherapie beter gericht kan zijn op variatie en vrijheid van bewegen.

Wist u dat, wanneer u uw patiënt biofeedback geeft met de MAPLe, de patiënt volledige bewegingsvrijheid heeft? Voor meer informatie, klik hier. 

Jeroen Voorham
Jeroen is naast actief te zijn bij Novuqare ook bezig met zijn PhD aan het Leids Universitair Centrum en het Universiteitsziekenhuis Antwerpen met als onderwerp: EMG signalen van de bekkenbodem.

Jeroen presenteerde de effecten van EMG biofeedback assisted pelvic floor muscle therapy (BAPFMT) op klachten van overactieve blaas, kwaliteit van leven en op de EMG signalen van de bekkenbodemspieren.

De populatie bestond uit 58 vrouwen met klachten van overactieve blaas. Zij werden verdeeld in twee groepen: een controlegroep die alleen toilet-instructie en lifestyle-advies kreeg en een groep die hier bovenop nog negen weken werd behandeld met de standard care bekkenfysiotherapie bestaande uit o.a. oefeningen, gedetailleerde biofeedback en waar nodig ook lokale elektrostimulatie met de MAPLe.

Gevalideerde vragenlijsten laten een significante verlaging van de symptomen en klachten zien en een verhoging van kwaliteit van leven na 9 weken behandeling ten opzichte van de controlegroep.

Er zijn significante veranderingen te zien in de EMG-activiteit na de behandeling ten opzichte van voor de behandeling bij specifieke spieren aan verschillende zijdes en dieptes voor rust tonus, MVC en duurcontractie.

Met conventionele systemen waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende zijdes en dieptes van de bekkenbodem zou dat niet zichtbaar zijn. Dit toont aan dat veranderingen in lokale spieractiviteit een belangrijke graadmeter zouden kunnen zijn voor het succes van de behandeling.

De controlegroep kreeg eveneens EMG BAPFMT na 9 weken. Beide groepen zijn een jaar gevolgd. Uit de eerste analyses van de afgenomen vragenlijsten komt duidelijk naar voren dat de effecten blijvend zijn, ook na een jaar na behandeling, zonder enige vorm van onderhoudstherapie.

BAPFMT met de MAPLe zou daarom de eerste behandeloptie moeten zijn voor overactieve blaas.

JV NVFB voorjaarscongres

Wist u dat u met de MAPLe heel gericht elektrostimulatie kan geven? Voor meer informatie, klik hier.

 

Contactformulier Stuur een e-mail

Algemene leveringsvoorwaarden Novuqare Pelvic Health B.V.

Novuqare Hospital Equipment B.V.  algemene Voorwaarden

Novuqare Hospital Equipment B.V. General conditions Sales and Supply

Privacy policy

Werken bij Novuqare


Inloggen