klik hier = https://www.youtube.com/watch?v=QZrYlB4r7Eo
Casus: Prolaps met urine verlies
Vrouw 57 jaar, heeft twee volwassen zonen (Gravida 2, partus 2) wandelt graag en maakt kleding. Ze is verwezen door de bekkenbodempoli met prolaps voorwand (VW) en achterwand (AW) graad 2, welke hinderlijk zijn met name tijdens haar werk in de zorg (2 dagen in de week). Ze heeft dagelijks last van gecombineerde stress- en urgency incontinentie. Tijdens het hoesten en bij een volle blaas haalt zij de wc net niet en verliest dan wat druppels. Daarnaast heeft ze het gevoel de blaas niet goed te kunnen legen, vooral bij een klein volume. Ze heeft een normaal defecatie patroon, wel regelmatig wat hinder van dyspareunie en soms lage rug klachten (midden lumbaal). Zij is wat corpulent.
Hulpvraag: Mevrouw heeft het meest hinder van de urgency klachten, met daarbij ook verlies van druppels urine voordat ze op het toilet zit. Zij wil voorlopig liever geen operatie voor de prolaps en wil graag conservatieve therapie proberen om haar klachten te verminderen.
Onderzoek
Vaginaal inwendig onderzoek gaf aan dat de contractie zeer zwak is met een duur van 2 tot 3 seconde. Er was nauwelijks lift-sluitbeweging voelbaar, rechts iets meer activiteit dan links. Haar relaxatie was vertraagd maar wel volledig. Tijdens het hoesten was een daling van de prolaps en descensus perineum waarneembaar.
Anaal inwendig onderzoek gaf aan dat de sfincter zwak is, met een duur van 2 tot 3 seconde, wel circulair.
Diagnostiek met de MAPLe
Op onderstaande rustmetingen is te zien dat mevrouw een overactiviteit links had. Dit was tijdens de palpatie niet waargenomen.
Afbeelding 1: Rustmeting met de MAPLe® (vaginaal)
Afbeelding 2: Rustmeting met de MAPLe®
Afbeelding: Duurcontractie met de MAPLe®
Bovenstaande contracties laten zien dat mevrouw veel moeite heeft met het aanspannen van de bekkenbodem. Ze had weinig duurkracht en een trage relaxatie. Dit laatste was conform de digitale palpatie. Een diagnostische Endurance meting van 15 seconden aanspanning was niet mogelijk.
Behandeling
Mevrouw heeft toiletinstructies gekregen met daarbij ook instructies over mictievolumes. Ze plaste namelijk met wisselende mictievolumen (tussen de 200-400 ml).
Ze heeft buikdrukverlagende oefentherapie en adviezen gekregen, gericht op urgency en prolaps.
Daarbij kreeg ze coördinatie oefeningen voor de bekkenbodem, in lig en in zit. Tijdens de contractie van de bekkenbodemmusculatuur was veel cocontractie van de buikmusculatuur zichtbaar.
Verder kreeg ze relaxatie oefeningen die met name gericht waren op het ontspannen van de buik.
Biofeedback en Electrostimulatie
Met de MAPLe was biofeedback training gegeven. Er was een zeer geringe contractie zichtbaar, wat in lijn is met digitale palpatie. Er was besloten om electrostimulatie in te zetten om de contractie van de bekkenbodem te verbeteren. In dit geval werd dus niet gekozen voor de inhibitie van de detrusor.
De bekkenfysiotherapeut had een aantal ES-instellingen en ES locaties uitgeprobeerd:
Ze was begonnen met 35 Hz en een faseduur van 300 µs. In eerste instantie had ze de frequentie verhoogd tot 80 Hz. Voor de patiënt was 50 Hz goed voelbaar en niet scherp.
Vervolgens had ze de faseduur verhoogd naar 500 µs en werd de contractie ook voelbaar aan de probe.
Er was gekozen voor platen links-rechts en vervolgens ring 2-4. Beide locaties gaven voelbare contracties aan de probe en zijn beide ingezet. Voor meer informatie over stroomconfiguraties met de MAPLe, klik hier.
Mevrouw voelde de ES bij 11mA en de intensiteit kon uiteindelijk worden opgevoerd tot maximaal 24 mA (na 3 behandelingen).
Wanneer de patiënt met de contractie probeerde mee te doen tijdens fade-in, kon de intensiteit verder worden opgevoerd.
Resultaat:
Na 7 behandelingen, waarvan 5 met biofeedback en ES had zij geen urgency incontinentie meer. De prolaps klachten waren verminderd. Voor mevrouw betekende dit een enorme vooruitgang.
Ook de functie van de bekkenbodemmusculatuur was verbeterd. De overactiviteit rechts was gedaald en de rustwaarde was genormaliseerd.
Ondanks de zeer waarschijnlijke aanwezige denervatie had ze een licht verbeterde controle over de bekkenbodem gekregen. Ze had waargenomen dat buikaanspanning geen enkele invloed heeft op de bekkenbodemcontracties. Ze was uiteindelijk in staat om een bekkenbodemcontractie te maken zonder haar buikspieren aan te spannen.
Metingen na 7 behandelingen:
Conclusie:
Met name dankzij de biofeedback met de MAPLe was het voor mevrouw inzichtelijk geworden hoe ze buikdruk moet opvangen. Haar belangrijkste klacht, urgency incontinentie, was verholpen. Dit heeft een substantiële bijdrage geleverd aan haar kwaliteit van leven.